23 september 2021
Onderzoek ‘Regional Energy Transition as Systemic Integration’ (RETSI)
Integrale benadering biedt kansen om de energietransitie te versnellen
De energietransitie is op zichzelf al een grote uitdaging, maar kan niet los worden gezien van andere maatschappelijke opgaven zoals klimaatadaptatie en circulaire landbouw. Juist daarom biedt een integrale benadering kansen om de energietransitie te versnellen. Waar liggen de kansen om te integreren? Welke factoren hebben invloed op integratie? Hoe kunnen lokale en regionale overheden en bedrijven deze kansen benutten?
In het RETSI project ontwikkelden onderzoekers van de Universiteit Twente samen met lokale en regionale partners een integraal perspectief op deze uitdagingen. De kansen en de bijbehorende netwerken van stakeholders werden in kaart gebracht, zowel voor stedelijke als voor landelijke gebieden. Voor regionale en lokale stakeholders zijn handelings-perspectieven ontworpen, zodat ze kansen kunnen gaan benutten. Het project liep van 1 augustus 2020 tot 31 juli 2022. De resultaten uit het project worden op 13 juni 2022 met het netwerk gedeeld tijdens het Slotsymposium RETSI.
Onderzoek
Het eerste jaar van het RETSI project stond in het teken van: (1) het verkennen en identificeren van interessante integrale projecten; en (2) het ontwikkelen van een theoretisch raamwerk om een integrale aanpak van de energietransitie, of het gebrek hieraan, beter te kunnen begrijpen. Op basis van verkennende interviews (o.a. met stichting Pioneering, de gemeente Dalfsen en de provincie Overijssel) werd een interactieve projectenkaart gemaakt. Deze kaart laat zien op welke manieren en locaties de energietransitie nu al wordt geïntegreerd met andere ruimtelijke uitdagingen in Overijssel. Ook werden beleidsdocumenten onderzocht en in kaart gebracht hoeveel aandacht er is voor integratie een meekoppelkansen in de Regionale Energie strategieën. Daarnaast is ook gekeken welke instrumenten kunnen bijdragen aan een integrale benadering van de energietransitie.
Om te begrijpen in hoeverre en waarom een integrale aanpak wel of niet lukt én om handelingsperspectieven te ontwikkelen, wordt gebruik gemaakt van een theoretisch raamwerk. In dit raamwerk staan interacties tussen partijen, zowel binnen als buiten de energiesector, centraal. Deze partijen en hun interacties worden “actiesituaties” genoemd. In de analyse van actiesituaties staan de volgende vragen centraal: Welke partijen hebben interacties met elkaar? In hoeverre zijn deze interacties ondersteunend aan integratie? Wat is de invloed van de fysieke en sociale kenmerken en van wet- en regelgeving? Welke veranderingen zijn nodig om tot integratie te komen? Op basis van het verkennende onderzoek wordt geconcludeerd dat een sectorale aanpak de norm is. Meer hierover lees je de praktijksamenvatting die werd geschreven naar aanleiding van de wetenschappelijke publicatie.
- Tekort aan ruimte voor een toekomstbestendige leefomgeving
- Een integrale benadering van maatschappelijke uitdagingen voor woonwijken en bedrijventerreinen
- Hoe digitale instrumenten kunnen bijdragen aan een integrale benadering van de energietransitie
- Werken aan meervoudige maatschappelijke opgaven op het Overijsselse platteland loopt, maar kan nog beter
Het tweede jaar van het RETSI project stond in het teken van het analyseren van projecten of locaties met integratiepotentieel en het ondersteunen van partijen bij het herkennen en benutten van dit potentieel. Hierbij richtte het project zich zowel op de mogelijkheden in het landelijk als het stedelijk gebied. Op het platteland zijn er mogelijkheden om de warmtetransitie te combineren met duurzame landbouw (o.a. door gebruik van mestvergisters) en met klimaatadaptatie (o.a. door gebruik biomassa in retentiegebieden). Op bedrijventerreinen en in woonwijken kunnen de energietransitie en/of de warmtetransitie gecombineerd worden met klimaatadaptatie (o.a. door aanleg van groene infrastructuur). Daarnaast is er gekeken hoe waterprojecten, die primair een ander doel hadden, zoals dijkversterking, renovatie van dam- en kanaalwanden of vernieuwing van een rioolwaterzuiveringsinstallatie ook kunnen woeden meegekoppeld. Voor verschillende projecten zijn de huidige actiesituaties in kaart gebracht en onderzocht waar de kansen liggen voor een integrale aanpak. Ook werden er workshops georganiseerd waarin betrokken partijen kansen kunnen verkennen met behulp van digitale hulpmiddelen.
Samenwerking
De meeste onderzoeksactiviteiten in RETSI werden uitgevoerd door drie postdoc onderzoekers, verbonden aan verschillende faculteiten van de Universiteit Twente. Het onderzoek naar integratie in stedelijk gebied is uitgevoerd door een postdoc die verbonden is aan de Construction Management & Engineering (CME) afdeling. De postdoc onderzoeker die verbonden was aan de sectie Governance and Technology for Sustainability (CSTM) richtte zich op integratie in landelijk gebied. De afdeling Urban and Regional Planning and Geo-Information Management (PGM) richtte zich op de verdere ontwikkeling en toepassing van digitale hulpmiddelen.
De UT onderzoekers hebben samengewerkt met een groot aantal lokale en regionale partners. De adviesraad bestaat uit: Provincie Overijssel, stichting Pioneering, BEON (Stichting Biogrondstoffen en duurzame Energie Oost Nederland) en Saxion Hogeschool. Deze adviesraad heeft proactief meegedacht over het vertalen en verspreiden van onderzoeksresultaten naar de praktijk.
Naast een adviesraad was er ook een gebruikerscommissie. Deze commissie bestaat uit alle partijen die betrokken zijn bij RETSI. Dit zijn, naast bovengenoemde organisaties, organisaties die actief betrokken zijn bij de energietransitie: Biomass Technology Group (BTG), Brouwer Duurzame Energie Ontwikkeling, Mineral Valley Twente, Ennatuurlijk, Enschede Energie, Ondersogt, Welbions, waterschap Vechtstromen en de gemeenten Hardenberg en Dalfsen.
De gebruikerscommissie heeft het onderzoeksteam geholpen door relevante projecten aan te dragen, studenten te begeleiden en bij te dragen aan de implementatie en verspreiding van kennis naar beleid en praktijk. De partners hebben elkaar ieder half jaar tijdens een partnerbijeenkomst ontmoet. De eerste bijeenkomst stond in het teken van het verkennen van integratie in de stad en op het platteland. Tijdens de tweede bijeenkomst werd er dieper ingegaan op integratie in de praktijk.
Financiering
Het RETSI project wordt gefinancierd vanuit het programma ‘Maatschappelijke aspecten van de regionale energietransitie (MARET)’, een unieke samenwerking tussen de provincies Groningen, Noord-Brabant, Overijssel, Zeeland en Zuid-Holland, het Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO). RETSI richt zich binnen het MARET programma op “De regionale energietransitie als systemische verandering: koppeling aan andere maatschappelijke opgaven” in de Provincie Overijssel.
Op de hoogte blijven van RETSI en het vervolg?
Meld je aan voor het ontvangen van de RETSI nieuwsberichten, uitnodigingen en nieuwe activiteiten door een mail te sturen aan joanne.vinke@utwente.nl.