Home Kennisplein Tekort aan ruimte voor een toekomstbestendige leefomgeving

3 november 2021

Tekort aan ruimte voor een toekomstbestendige leefomgeving

Nut en noodzaak van integrale oplossingen

In een dichtbevolkt land als Nederland is ruimte schaars. Ruimte wordt gebruikt voor verschillende functies. Wonen, werken, recreëren en voedselproductie, moeten allemaal toekomstbestendig worden gemaakt. Dit vraagt om het maken van keuzes. Zo is er voor de energietransitie  ruimte nodig voor windturbines en zonnepanelen. Ruimte is ook nodig voor duurzame landbouw en een veranderend klimaat. Als we al deze uitdagingen los van elkaar zouden uitvoeren, komen we ruimte tekort. Daarom moet het anders, maar hoe?

 

Door maatschappelijke opgaven meer in samenhang op te pakken gaan we efficiënter om met onze ruimte en ontstaan er win-winsituaties. Denk aan het aardgasvrij maken van een woonwijk en het aanleggen van groen om hittestress en hevige regenval het hoofd te bieden. Met meer integratie van maatschappelijke uitdagingen komen we tot een duurzame én toekomstbestendige invulling van de ruimte. Een dergelijke integrale aanpak is alleen niet de norm. In het onderzoeksproject “Regional Energy Transition as Systemic Integration – RETSI” wordt onderzocht waarom een integrale aanpak vaak niet van de grond komt.

Sectorale spelregels belemmeren integratie

Waarom lukt integratie vaak niet? Maatschappelijke uitdagingen worden in de regel sectoraal aangepakt. Voor iedere uitdaging is een ander Ministerie verantwoordelijk. En dus wordt er voor iedere uitdaging apart beleid geformuleerd. In beleidsdocumenten wordt de noodzaak van een integrale aanpak vaak genoemd, maar beleid en implementatie ervan blijven overwegend sectoraal. Het gevolg? Elke uitdaging kent haar eigen wetten en regels en ook haar eigen organisaties met sectorspecifieke kennis, ideeën en belangen. Dit soort wetten, regels, kennis en belangen vormen de spelregels, of instituties, voor partijen die zich bezighouden met de energietransitie, duurzame landbouw of klimaatadaptatie. In RETSI kijken de onderzoekers naar die spelregels/instituties en de wijze waarop ze een integrale aanpak belemmeren.

Talloze voorbeelden laten zien hoe een sectorale aanpak van maatschappelijke uitdagingen kansen onbenut laat en leidt tot inefficiënties en onwenselijke situaties. Zo ondersteunt de landelijke Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) de productie van duurzame energie. De schaal van productie is belangrijk om in aanmerking te komen voor deze subsidie.

 

Projecten die per opgewekte eenheid duurzame energie de minste subsidie aanvragen, komen als eerste in aanmerking. Als gevolg hiervan worden grootschalige, grondgebonden zonneparken (dikwijls op agrarische grond) verkozen boven bijvoorbeeld kleinschalige zonnedaken of zonnecarports. De SDE+ produceert op deze manier een ‘sectorale’ oplossing die alleen uitgaat van het verduurzamen van de energieproductie, zonder daarbij voedselproductie, landschapsinrichting en biodiversiteit te betrekken. Een ander voorbeeld: Europese en Nederlandse wetgeving beschouwt dierlijke meststoffen als restproduct van voedselproductie. Omwille van de volksgezondheid zijn meststoffen streng gereguleerd, waarmee tegelijkertijd een belangrijke barrière ontstaat om dierlijke meststoffen in te zetten als vervanger van aardgas en kunstmest. Het verwerken van de mest langs deze routes kan ook de stikstofemissie door de veehouderij verminderen.

 

De mogelijkheden om maatschappelijke uitdagingen integraal aan te pakken met optimaal ruimtegebruik zijn legio en worden ook in de praktijk gezien en erkend. Uit onderzoek blijkt dat de ‘sectorale’ spelregels een integrale aanpak in de weg staan. De overwegend sectorale aanpak in Nederland van de energietransitie, klimaatadaptatie en duurzame landbouw pleit dan ook voor een verandering in de spelregels voor partijen die op uitvoeringsniveau met deze uitdagingen bezig zijn.

 

Een gebiedsgerichte aanpak is een stap in de goede richting om zo’n sectorale benadering te doorbreken. Hierbij worden de uitdagingen in een gebied geanalyseerd en wordt er gezocht naar oplossingen voor een gebied. Het is echter niet makkelijk voor partijen om zich los te maken van de sectorale spelregels. Logisch, want geldstromen (zoals subsidies en financiering) ondersteunen sectorale projecten. Er moet nog veel werk  verricht worden om tot werkelijke integrale oplossingen te komen.

 

RETSI legt basis voor integrale oplossingen

Hoe komen we tot integrale oplossingen? In RETSI gaan we uit van de kansen en uitdagingen die zich in een gebied voor kunnen doen. De onderzoekers nemen de spelregels als uitgangspunt om een begin te maken met het formuleren van handvaten om integratie te bevorderen.

 

In de eerste plaats vraagt een integrale benadering om het besef dat integratie meer is dan de som van de betrokken (sectorale) delen. Het is geen optelsom van deelproblemen en deeloplossingen; het vraagt om een andere benadering dat de verschillende deelbelangen overstijgt. Daarnaast zijn afspraken nodig tussen partijen over de “hoe” vraag: voor een specifieke situatie (uitdagingen in een buitengebied of in een stadswijk) moet duidelijk zijn binnen welke spelregels partijen gezamenlijk naar integrale oplossingen toe zullen werken. Een belangrijke vraag hierbij is welke rollen er zijn, hoe partijen deze invullen, er onderling gecommuniceerd wordt en  kosten en baten onderling verdeelt worden. Betrokkenen ontwikkelen dus eerst nieuwe spelregels om in een specifieke situatie integraal te kunnen denken en handelen. Deze helpen om het sectorale denken en handelen los te laten , zonder het sectorale perspectief te verloochenen.

Als betrokkenen de spelregels hebben afgesproken kunnen ze een begin maken met het zoeken naar het gezamenlijke integrale perspectief. De kernvraag hierbij is: wat willen we gezamenlijk bereiken in het oplossen van de maatschappelijke problemen in deze situatie? Zo’n gezamenlijk perspectief is bijvoorbeeld niet het aardgasvrij maken van een wijk, maar een wijk toekomstbestendig en duurzaam maken zonder hierbij aardgas voor ruimteverwarming te gebruiken. De toekomstbestendige en duurzame wijk geeft een ander perspectief dan enkel aardgasvrij maken, terwijl de sectorale aspecten gewoon in de ontwikkeling terugkomen. Het geeft ook een ander beeld van de verantwoordelijkheden van betrokkenen. Niet alleen overheden, woningcorporaties of energiebedrijven zijn dan verantwoordelijk, maar ook bewoners en bewonersverenigingen. De verduurzaming van de wijk wordt op deze manier een gezamenlijke uitdaging, met voor alle betrokkenen nieuwe rollen en verantwoordelijkheden.

 

Door alleen de spelregels aan te passen komen we er niet. Werken aan een integraal perspectief voor een gebied of wijk vraagt om mensen die open staan voor meer dan hun eigen (sectorale) perspectief, en over hun eigen grenzen kunnen kijken. Het vraagt de bereidheid om een nieuwe gezamenlijke mindset in specifieke situaties te leren ontwikkelen. Hierbij kan RETSI één van de leermeesters zijn.

 

RETSI is nog maar het begin

De onderzoekers in RETSI doen een eerste aanzet voor de randvoorwaarden en ingrediënten van integrale oplossingen van de energietransitie, klimaatadaptatie en duurzame landbouw. Zowel in stedelijke als landelijke context. RETSI is echter nog maar het begin. Het verzamelen en verspreiden van geleerde lessen rondom integratieprocessen zal helpen om een integrale aanpak te laten verworden tot de nieuwe norm. We roepen iedereen met een toekomstgerichte blik op tot samenwerkingsmogelijkheden en projecten waarin een integrale aanpak samen verder kan worden ontwikkeld.

 

Download hier het volledige document.