Home Kennisplein Werkplaats Twente en West-Overijssel

Werkplaats Twente en West-Overijssel

Tijdens de gezamenlijke werkplaats van de Twente en West Overijssel op 9 juni in Nijverdal gingen de deelnemers ’s ochtends aan de slag in verschillende deelsessies. Besproken onderwerpen zijn: handreiking gebiedsproces, afstandsnormen/milieunormen wind, warmtenetten en de Rijksbrieven. Hieronder volgt een toelichting op deze sessies. Aansluitend gingen deelnemers op excursie naar een mestvergister of een drijvend zonnepark.

Handreiking gebiedsproces

In opdracht van de provincie en op verzoek van gemeenten hebben Paul van Bree en Maarten Willering het laatste half jaar gewerkt aan een handreiking voor gebiedsprocessen rondom windenergie. Hoewel de focus nu vooral nog ligt op het aanwijzen van voldoende zoekgebieden zullen concrete projecten in toenemende mate starten. Welke rollen kun je daarbij als gemeente en provincie innemen en hoe borg je goede lokale betrokkenheid en lokaal eigendom? 

Tijdens de werksessie is de concept handreiking toegelicht, getoetst en stil gestaan bij de vervolgstappen. De behoefte is geuit om onderling ervaringen uit te wisselen en casus-gericht met elkaar te bespreken hoe de toepassing van de handreiking werkt. Afgesproken is om hier na de zomer opnieuw bij stil te staan aan de hand van een of meerdere voorbeelden. Tegelijkertijd wordt de handreiking binnenkort breed gedeeld.  

Afstandsnormen/milieunormen wind 

Sinds de uitspraak van de Raad van State over de milieuregels inzake windturbines medio 2021 mogen deze regels niet meer worden toegepast voor nieuwe windparken. Adriaan Bennen heeft een presentatie gehouden over de gevolgen van deze uitspraak voor bestaande en nieuwe parken en de consequenties voor het aanwijzen van zoekgebieden in het kader van de RES.   

Aansluitend is het gesprek gevoerd. Verschillende gemeenten gaven daarbij aan hinder te ondervinden van de onduidelijkheid over normen voor windprojecten. Dit zorgt voor vertraging bij bestuurders en de gemeenteraden waardoor de voortgang van windenergie in het geding is. Daarbij is besproken dat je ook zelf normen kunt opstellen bij vergunningverlening zoals ook in bv. Staphorst en Gelderland is gebeurd. Momenteel zijn gemeenten hier nog niet mee bezig en/of achten dit politiek niet haalbaar. Tegelijkertijd werd duidelijk dat dit pas speelt bij vergunningverlening en dat het wel mogelijk is om zoekgebieden aan te wijzen. Daarbij kun je bijvoorbeeld uitgaan van diverse turbinetypes en milieunormen, anticiperend op waar het rijk mee komen gaat.  

Inloop warmtenetten 

Een goede gemeentelijke organisatie bij de ontwikkeling van een warmtenet kan een factor 5 schelen in de bijdrage die een bewoner moet betalen om aan te sluiten op het warmtenet. Daarbij maakt het niet uit of de gemeente zelf ontwikkelt, of dat een warmtebedrijf dat doet. Tijdens de aprilwerkplaats in West-Overijssel hebben we ons de vraag gesteld welke collega’s we allemaal moeten betrekken en wat daarvoor nodig is. Het resultaat van die sessie was een ‘halffabrikaat’ van een informatieblad over de interne gemeentelijke organisatie. Op 9 juni kreeg iedereen de gelegenheid om in de schoenen van de gemeentecollega’s te gaan staan en aan te geven op welk moment in het proces hij/zij betrokken moet worden en waarom. De opgehaalde input gebruiken we om van het halffabrikaat een volwaardig product te maken, waarbij we samen met het Expertisecentrum Warmte de puntjes op de i zetten. Zo helpen we heel Nederland weer een beetje verder met een mooi informatieblad, made in Overijssel!

 

Rijksberichten 

Beleidsprogramma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) 

Op 1 juni is de Tweede Kamer geïnformeerd over het Beleidsprogramma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO). Dit programma vertaalt de CO2-reductiedoelstelling voor de gebouwde omgeving naar concrete doelstellingen voor 2030 en werkt vijf programmalijnen uit. Het eerder aangekondigde Nationaal Isolatieprogramma (NIP) maakt hier onderdeel vanuit. In de werkplaats is het beleidsprogramma kort uiteengezet, waarna we met elkaar in gesprek zijn gegaan om kansen te verkennen. 

Speerpunten uit het PVGO: 

  • Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW), waaruit ondersteuning zal plaatsvinden aan alle gemeenten in de vorm van kennisproducten, handreikingen, uitwisseling, een regionale ondersteuningsstructuur en een helpdesk. 
  • Lokale aanpak isoleren 750.000 koopwoningen, waarvoor gemeenten meerjarige plannen kunnen indienen. Streefplanning aanvragen: vanaf 1 oktober 2022. 
  • Nieuwe subsidieregeling en verbetering SDE++ met het oog op het wegnemen van de onrendabele top warmtenetten en duurzame energie. 
  • Versneld isoleren van 750.000 koopwoningen op eigen initiatief, door middel van het bieden van handelingsperspectief. Denk aan verbeterde ontzorging en het verruimen van subsidie en financiering (voor een deel al gebeurd). 
  • Programma hybride warmtepompen; normering en samenwerking met sector. 
  • Isoleren van 1 miljoen huurwoningen door onder meer normering per 2030, prestatieafspraken en het afschaffen van verhuurdersheffing. 
  • Inzet op energiebesparing, door focus op laagdrempelige maatregelen en het continueren van de gemeentelijke aanpak energiearmoede. 

In de Werkplaats is het belang van een voorspelbare meerjarige strategie benadrukt, zodat gemeenten structurele aanpakken kunnen ontwikkelen en uitvoeren. Gemeenten benutten graag de kansen die liggen in de onderlinge samenwerking, bijvoorbeeld door het continueren van een actieve uitwisseling met behulp van de werkplaatsen. Energiearmoede was een terugkerend onderwerp. 

Bijlage: beleidsprogramma-versnelling-verduurzaming-gebouwde-omgeving

Zonnebrief 

Op 22 mei 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de invulling die het kabinet geeft aan zon-PV. Naar verwachting wordt de in het Klimaatakkoord afgesproken 35 TWh in de SDE++-ronde van 2023 gehaald. Met het oog op de dalende terugverdientijd van zon-PV, heeft het vorige kabinet gekozen voor afbouw van de salderingsregeling. Een nieuwe fase voor zon-PV vraagt om aanvullend beleid. De Voorkeursvolgorde Zon, zoals opgenomen in de NOVI, blijft ook voor dit kabinet leidend.  

Deel 1: Speerpunten voor beleid 

  1. Meer zon op dak en andere objecten: faalfactoren wegnemen, normeren en inzet overheidsdaken
  2. Multifunctioneel ruimtegebruik bij grondgebonden zonnesystemen
  3. Zon-PV levert geld op, iedereen moet daarvan kunnen profiteren.
  4. Zon-PV moet passen binnen een circulaire economie.
  5. De speerpunten zijn agenderend voor het innovatiebeleid voor zon-PV en komt terug in het Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma Hernieuwbaar op land.

Deel 2: Randvoorwaarden voor beleid 

  1. Transportcapaciteit op het elektriciteitsnet
  2. Duidelijkheid over het doel voor hernieuwbaar op land in het licht van Fit for 55
  3. Investeringszekerheid en een acceptabele terugverdientijd

Bijlage: Zonnebrief

 

Energiesysteem 

Ontwikkeling van energiesystemen krijgt in meerdere programma’s vorm en krijgt ook invulling in andere thema’s zoals hierboven genoemde brieven. 

Programma  Toelichting 
PES / NPE  Programma Energie Systeem / Nationaal Plan Energiesysteem 

Ontwikkelt het toekomstige energiebeleid en een toekomstig energiesysteem in verbinding met de sectoren industrie, elektriciteit, mobiliteit en gebouwde omgeving. 

PEH  Programma Energie Hoofdstructuur 

Geeft invulling aan de ruimtelijke planning en ruimtelijke inpassing van het energiesysteem op nationale schaal.  

MIEK  Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat 

Beschrijft de energie- en grondstoffen-infrastructuurprojecten die met prioriteit moeten worden gerealiseerd om zo versneld bij te dragen aan het verduurzamen van de industrie. 

 

Op 10 juni 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de Contouren van het Nationaal Plan Energiesysteem. Dit plan geeft een beeld van het energiesysteem van de toekomst. Het gaat in op het traject ernaartoe, en hoe burgers, bedrijven, medeoverheden, staatsdeelnemingen, netbeheerders en andere betrokkenen mede vorm kunnen geven aan dit systeem van de toekomst. Een brede aanpak wordt geschetst waarbij flinke ambitie wordt uitgesproken op alle facetten. 

  • Inzet op vele instrumenten:  
  • Wet collectieve warmte, Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie 
  • Financiering: subsidie onrendabele top warmtenetten, verhoging SDE-budget 
  • Normering voor bijmengverplichting Groengas 
  • Ruimtelijke inpassing versnellen 
  • Inzet op alle soorten bronnen én besparing én CCS. Ook aandacht voor koeling. 
  • Systeemintegratie en slimme oplossingen 

Komende periode is er veel in ontwikkeling. Zo worden in het 4e kwartaal aanvullende acties verwacht voor het stimuleren van duurzame warmtebronnen, krijgt de provinciale rol in de energie-infrastructuur vorm en worden afspraken gemaakt over de ruimtelijke inpassing van Groengas. 

In de werksessie zijn een aantal aandachtspunten benoemd, zoals de effecten van nieuwe technieken, individuele oplossingen en nieuwbouw op de businesscase van een warmtenet. Er is behoefte aan een “goed verhaal” dat de grote context schetst van dilemma’s in de infrastructuur, een factsheet over prestatieafspraken met woningcorporaties en aandacht voor de rol van de omgevingsdiensten bij handhaving. Ook is gesproken over de rol van de provincie bij de ontwikkeling van het energiesysteem en de keuzes die daarin moeten worden gemaakt. 

 

Bijlage:  contouren-nationaal-plan-energiesysteem