Home Kennisplein Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving 2019

16 februari 2021

Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving 2019

De transitie naar een CO₂-vrije samenleving in 2050 vraagt van iedere gebouweigenaar en huurder een omslag in denken en doen. Beleidsvorming, op nationaal en internationaal niveau, gaat in het licht van de Green Deal en het Groene Herstel uit de crisis stevig door. De implementatie op regionaal en gemeentelijk niveau krijgt veel aandacht. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland brengt elk jaar in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de ontwikkelingen rond de energiebesparing in de gebouwde omgeving in kaart. In de monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving wordt uitgebreid ingegaan op de cijfers van 2019.

CO2-emissie gedaald

Het aandeel van de gebouwde omgeving in de CO₂-emissie is in 2019 15%. De emissie van de gebouwde omgeving is met ca. 5% gedaald. Deze daling is sterker dan de daling van de totale broeikasgasemissie van alle sectoren, die in 2019 met 3% is gedaald ten opzichte van 2018. Op dit moment zien we nog een langzame daling van het gebouwgebonden verbruik in de woningbouw en utiliteitsbouw. De afhankelijkheid van gas is nog groot. Het kostenplaatje voor bewoners van energetisch slechte woningen is pittig.

Energiebesparing in de woningbouw en utiliteitsbouw

Ingeschat wordt dat er in 2019 bij ruim 1 miljoen woningen één of meer energiebesparende maatregelen zijn getroffen. Bij ongeveer 380.000 woningen zijn twee of meer maatregelen getroffen (meest koopwoningen). De HR-ketel en zon-PV zijn de meest voorkomende energiebesparende maatregelen, Bij HR-ketels gaat het meestal om vervanging van een bestaande HR-ketel.

Redenen energiebesparende maatregelen

Bewustwording van de woonconsument is een belangrijke voorwaarde voor het treffen van energiebesparende maatregelen. Het verlagen van de energierekening is nog steeds de belangrijkste reden om energiebesparende maatregelen te treffen. Andere belangrijke redenen zijn verbetering van het wooncomfort en bijdragen aan milieuverbetering. De belangrijkste reden waarom eigenaar-bewoners geen energiebesparende maatregel willen nemen, is dat zij de maatregelen al hebben genomen die ze wilden nemen. Daarnaast verwacht een deel van de eigenaren de investering niet terug te verdienen, vanwege verhuisplannen of leeftijd.

Minder energiebesparing utiliteitsbouw

De gebouwgebonden energiebesparing in de utiliteitsbouw is in 2019 met ruim 30% gedaald ten opzichte van 2018. In 2019 is 13% van de utiliteitsgebouwen energetisch gerenoveerd met één of meer energiebesparende maatregelen. De zorg- en onderwijsgebouwen hebben in 2019 het beste gepresteerd in de bestaande utiliteitsbouw. Dak- en glasisolatie zijn gemiddeld de meest toegepaste vormen voor de utiliteit, gevolgd door gevelisolatie en vloerisolatie.

Hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving

In 2019 was 8,7% van het bruto eindverbruik in Nederland afkomstig van hernieuwbare energie. In 2019 bedraagt het aandeel duurzame warmte in de gebouwde omgeving 12%, 7% bij de huishoudens en 5% bij de dienstensector. Bij de huishoudens groeide vooral het gebruik van omgevingswarmte door het toenemend gebruik van warmtepompen. Het aandeel biomassa is in de duurzame warmte van de huishoudens nog steeds het grootst. Het gebruik van hernieuwbare elektriciteit uit zonnestroom (zon-PV) is de afgelopen jaren sterk gestegen, zowel bij huishoudens als bedrijven en instellingen. De hernieuwbare collectieve energieopwekking vanuit lokale initiatieven is nog klein maar is in 2019 wel gegroeid, vooral het opgesteld vermogen aan zonnestroom.

Contactpersoon bij Nieuwe Energie Overijssel

Voor informatie over Aardgasvrije Wijken kun je terecht bij het Expertiseteam Gebouwde Omgeving van Nieuwe Energie Overijssel.

Meer informatie over energiebesparing gebouwde omgeving