22 juli 2022
De dialoog aangaan, de belangrijkste voorwaarde voor medewerking
Wendy Oude Vrielink en Oscar Jansen
Aardgasvrij en weerstand
In Overijssel zijn al veel gemeenten actief om plannen te maken over een aardgasvrij dorp of wijk. Bewoners hebben een belangrijke rol in de overgang naar aardgasvrij: het gaat immers om hun woning. Goede samenwerking tussen gemeente en inwoners is dus cruciaal. Tegelijkertijd is dit een grote verandering. En verandering stuit op: weerstand! Bijvoorbeeld weerstand tegen aardgasvrij of tegen de nieuwe manier van samenwerken.
Het liefst lopen we weg van het gedoe, maar we weten uit de veranderkunde dat deze momenten van moeite nu juist hét moment zijn om het (warmte) transitieproces ten goede te keren. Op zaterdag 25 juni organiseerden Wendy Oude Vrielink en Oscar Jansen een training voor bewoners, raadsleden en projectleiders voor gemeenten om te leren hoe je het gedoe ten goede kunt keren.
Verandering, transitie en weerstand
Onder professionele begeleiding van veranderaar Michiel Soeters, Michiel Soeters – De School voor Transitie, leren we dat een transitie wezenlijk anders is dan een verandering. Waar verandering een beweging is van positie A (met aardgas) naar B (zonder aardgas), is een transitie het emotionele, cognitieve, fysieke én spirituele proces dat mensen doorlopen wanneer ze met verandering worden geconfronteerd: Onbewust komt er dus heel veel gevoel bij kijken.
Weerstand, bijvoorbeeld in de vorm van ontkenning (dat er een probleem is) of kwaadheid, is eigenlijk een overlevingsmechanisme in onze hersenen. Dat mechanisme wordt getriggerd op het moment dat in een situatie in het Nu (We gaan van het aardgas af) herinneringen aan bedreigende of een stressvolle situatie (Er is ooit iets van je afgenomen) aangewakkerd worden.
Oplossingen helpen (niet altijd)
Michiel vertelt dat mensen dit gevoel het liefst ontwijken en daarom oplossingen aandragen wanneer de ander een mogelijk stressvolle verandering doormaakt.
Heel herkenbaar: Als een bewoner zijn of haar zorgen uit over de betaalbaarheid van de transitie, dan beginnen we toch allemaal het liefst over welke mooie innovaties, subsidies en andere oplossingen er al zijn?
Maar, op zo’n moment geven we vaak niet genoeg tijd en ruimte om te accepteren dat een verandering ook deuren sluit. Of zoals Michiel het verwoordde: We snijden de bocht af. Als de bocht afgesneden wordt, krijgen onze emoties over het verlies geen ruimte en slikken we als het ware onze pijn in, waardoor het gevoel onderdeel te zijn van het proces verdwijnt. Als we het gevoel krijgen niet meer van betekenis te zijn en onze emoties moeten inslikken ontstaat (on)bewuste weerstand. We kunnen dan misschien rationeel het ’nieuwe’ nog wel aanvaarden, maar emotioneel voelen we afstand en kunnen we het niet echt omarmen.

Doordat we mensen niet de mogelijkheid geven te ‘rouwen’ of te balen van wat een verandering voor hen betekent, ontstaat er weerstand.
Een deelnemer aan de training herkende dit in een andere discussie: Vanuit goede bedoelingen deelde zij allerlei goede ideeën over hoe de landbouw kon verduurzamen. Deze ideeën werden helaas niet goed ontvangen, men werd juist boos. Maar na een goed gesprek om eerst te horen wat er bij de ander leeft, werd het contact een stuk constructiever.
Dialoog kan helpen
Door vanuit nieuwsgierigheid, acceptatie en empathie het gesprek met elkaar aan te gaan, ontdekken mensen inzichten over én van elkaar die ze nog niet eerder kenden. Via de dialoog ontstaat er verbinding en daardoor gedeeld eigenaarschap. Toen één van de bewoners eerlijk aangaf het gevoel te hebben zelf aan het veranderen te zijn in ‘de bewoner met weerstand’, ontstond er in de groep veel begrip voor haar kant van het verhaal.
Deze, soms ook onbewuste, weerstand wordt vaak niet benoemd, maar komt terug in de vorm van ontkennen, afhaken of woede. Of zoals verwoord in één van de metaforen die Michiel gebruikte: Als een vis te lang onder de tafel blijft liggen, gaat het stinken. Voor dit gebeurt, moet je de vis op tafel leggen en het gesprek aangaan over het patroon dat zich onder de oppervlakte afspeelt.
‘De vis op tafel leggen’ was aan het eind van de training dan ook het goede voornemen van meerdere deelnemers.
Lessen voor de warmtetransitie
Na een middag vol nieuwe psychologische inzichten en goede gesprekken, is het fijn om terug te gaan naar de praktijk: Wat kunnen we hiermee in de warmtetransitie? In verschillende groepjes trokken we toch redelijk vergelijkbare conclusies:
Wat goed gaat is dat de prioriteit en noodzaak van de verandering duidelijk benoemd worden: Er is veel gesprek over duurzaamheid, men is eerlijk over het verhaal en er ontstaat steeds meer bewustwording. Gemeenten zoeken hierbij de verbinding met de inwoner, en ook bottom-up zijn er vele initiatieven aan het ontstaan.
Maar er is ook veel wat nog beter kan. Een wijkaanpak is nog te vaak een monoloog, binnen de gemeente of met alleen usual suspects, en nog geen dialoog. Regelmatig merken inwoners dat het proces al vaststaat. Op het moment dat inwoners worden betrokken, voelt het al alsof een deel van het proces is overgeslagen: Er ligt al een (proces)plan, zonder dat bewoners hebben kunnen aangeven wat hun gevoel en zorgen zijn, of op welke manier zij betrokken willen zijn bij de opgave. Participatie voelt dan als verplicht nummer, vooral bedoeld om de inwoner in actie te krijgen, maar zonder echt eigenaarschap. De eerste stap zou dus moeten zijn om de dialoog tussen gemeente en inwoner in gang te brengen.
Voor de regierol van een gemeente betekent dat volgens de aanwezige bewoners en raadsleden: Niet de opgave uit het oog verliezen, maar wel keuzemogelijkheid geven over de weg om dit te bereiken. Een eerste stapje dat werd benoemd: We nodigen bewoners uit op een bijeenkomst voor participatie, maar kan en mag zo’n bewoner ook zelf de gemeente opzoeken om het gesprek te initiëren? Hoewel ik volmondig ‘ja’ zou zeggen, weet ik ook dat we dit in praktijk vaak nog lastig vinden. Kortom: Er valt nog genoeg te leren en verbeteren, werk aan de winkel.