Analyse proeftuinen aardgasvrije wijken
Welke lessen kunnen we trekken uit de ervaringen van de proeftuinen aardgasvrije wijken? En welke implicaties kan dit hebben voor de inrichting van toekomstig beleid? In het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken is een selectie van twintig proeftuinen door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) onder de loep genomen.
Complexiteit belemmert de voortgang
Wat als eerste in het oog springt is dat de proeftuinen moeizaam voortgang boeken. De meeste proeftuinen hadden al aardgasvrije woningen moeten opleveren. Er zijn echter slechts 4 proeftuinen die woningen hebben gerealiseerd en de aantallen blijven ook hier ruim achter. Het is ook duidelijk dat de ambities niet op korte termijn alsnog worden gerealiseerd.
Uitdagingen zijn divers
Het EIB signaleert 4 soorten knelpunten: technische uitdagingen, publiek-private samenwerking, juridische kaders en draagvlak bij bewoners. Technische knelpunten zijn er in verschillende vormen. Het gaat zelden om het toepassen van geheel nieuwe technieken, maar eerder om logistieke uitdagingen en onvoorziene problemen. Voor het ingrijpen in de woningen is draagvlak nodig bij de bewoners, wat in bijna alle projecten een uitdaging en vaak ook een bron van vertraging is gebleken. Juridische knelpunten zijn onder meer de benodigde 70%-instemming van bewoners van corporatiewoningen en het gebrek aan juridische grondslag voor een verplichting om de woning aardgasvrij te maken.
Zware financiële opgaven
De genoemde uitdagingen hebben consequenties voor het financiële beeld van de wijkaanpakken. Een solide begroting houdt rekening met alle kosten die optreden, schat de standaardkosten niet te laag in en houdt rekening met meerkosten die risico’s met zich mee zullen brengen. Diverse proeftuinen houden nu al rekening met investeringskosten die rond of boven de € 40.000,- per woning liggen. Een conclusie die het EIB trekt is dat de ‘all-electric route’ niet zoveel ongunstiger uitpakt ten opzichte van de aanpak via warmtenetten.
Collectieve wijkaanpak selectief toepassen
Het EIB pleit voor een wijktoets als vertrekpunt voor de te kiezen aanpak in een wijk. In zo’n toets worden bovengenoemde uitdagingen grondig verkend en een realistisch kostenbeeld geschetst. Dat is breder dan de technische benadering die nu wordt aangereikt via rekentools als de startanalyse. Het EIB verwacht dat de uitkomst van dergelijke wijktoetsen vaker zullen wijzen in de richting van maatregelen op individueel niveau. Dit neemt niet weg dat er op wijkniveau zinvolle aanpakken mogelijk zijn, maar selectiviteit is geboden.

Individuele oplossingen
Voordeel van verduurzaming op het individuele niveau van huishoudens is dat er maatwerk kan worden geleverd en de hoge proces- en organisatiekosten van de wijkaanpak worden vermeden. Bij de individuele maatregelen kan men denken aan isolatieactiviteiten en hybride warmtepompen. Voor de financiering kunnen bestaande subsidieregelingen nog worden uitgebreid om tastbaar en serieus financieel voordeel te behalen. Hierbij wel de kanttekening dat hoewel het sterker inzetten op individuele maatregelen de kosten tot 2030 belangrijk zal beperken, de rekening wel zal verschuiven naar de periode na 2030.
Download hier het rapport.